Velsen Lokaal heeft vragen gesteld aan het college over een paardenfokkerij in Santpoort-Zuid.
Het college zegt mee te gaan werken aan de komst van dit veebedrijf. Deze medewerking is jarenlang afgewezen, mede op grond van procedures tot en met de Raad van State aan toe. Velsen Lokaal wil weten waarom het blijkbaar nu wel kan.
Nog niet zo lang geleden heeft de raad besloten, dat de boerderij van Sintenie uit de woonwijk van Santpoort-Zuid moet. Onder andere vanwege stankoverlast en milieueisen. Velsen Lokaal vraagt zich af, waarom het college dan wel gaat meewerken aan de oprichting van een nieuw veebedrijf midden in diezelfde woonwijk van Santpoort-Zuid. Zeker gelet op het feit, dat aan de Wüstelaan een nieuwe woonwijk komt op het voormalige landje van Handgraaf. Deze nieuwe huizen grenzen direct aan het toekomstige veebedrijf.
Het college laat in de media weten, dat er destijds fouten zijn gemaakt in de behandeling van een eerder verzoek tot het oprichten van een paardenfokkerij op deze locatie. Als er daadwerkelijk fouten zijn gemaakt, dan wil de fractie weten hoe dat komt. Maar ook wat de gevolgen daarvan zijn.
Velsen Lokaal wil dan ook wel weten, waarom het college niet verwacht, dat PréWonen (projectontwikkelaar nieuwe woonwijk) en de buurtbewoners claims zullen indienen. Ook zo’n uitspraak zal uitgelegd moeten worden aan de fractie van Velsen Lokaal.
Hierna volgt de tekst van de vragen en de antwoorden van het college per 10 augustus …
Datum | 10-08-2010 |
Registratienummer | Rs10.00543 |
Portefeuillehouder | drs. A. Verkaik |
Onderwerp: Beantwoording vragen van de fractie Velsen Lokaal over collegebesluit B10.0360 inzake medewerking verlenen aan een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor het oprichten van minipaardenfokbedrijf op het perceel gelegen aan Wüstelaan 68 te Santpoort-Zuid
Toelichting bij de vragen:
Geachte leden van de raad,
door het raadslid Marianne Vos van de fractie van Velsen Lokaal zijn de volgende vragen gesteld:
1. Waarom heeft het college gekozen om dit besluit direct openbaar maken in plaats van eerst de direct belanghebbenden hierover te informeren?
Gelet op de procedure ex artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, heeft het college de raad voorgesteld medewerking te verlenen aan het betreffende plan. Het uiteindelijke besluit ligt bij de raad. Wanneer zij akkoord gaat met het plan, zal deze ter inzage worden gelegd volgens de geldende regels, neergelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Er is gekozen voor de bekendmaking volgens voornoemde regels.
2. Kan aan de belanghebbenden zo spoedig mogelijk kenbaar gemaakt worden, waarom het college nu wel van mening is dat medewerking verleend kan worden aan deze vrijstellingsprocedure ex artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening?
Het raadsvoorstel is openbaar. Het formele bekendmakingproces begint op het moment dat de raad akkoord gaat. Aan belanghebbenden kan het raadsvoorstel worden toegezonden wanneer zij zich bekend maken bij de afdeling Vergunningen en Uitvoering.
3. In 2008 gaf de gemeente aan, dat op basis van ingediende plannen, geen medewerking verleend kon worden. Waarom kan dat nu wel?
Vanuit beleidsoogpunt wordt geadviseerd vast te houden aan de landschappelijke waarden en geen extra bebouwing toe te staan. Maar gezien de toezeggingen die door de gemeente gedaan zijn over de situering van het bouwvlak (de situering van het bouwvlak is gelet op de onduidelijkheid van het vigerende bestemmingsplan moeilijk te bepalen), het verlenen van een milieuvergunning door de Milieudienst in 2006 en het feit dat de functie die passend is binnen de bestemming Agrarisch die het perceel heeft, heeft het college toch gemeend medewerking te verlenen aan het oprichten van de stoeterij.
4. Boerderij Sintenie wordt verplaatst buiten de woonwijk o.a. vanwege de overlast. Kan het college verklaren waarom meegewerkt gaat worden aan de oprichting van een veebedrijf middenin een toekomstige woonwijk?
Bij het verlenen van de milieuvergunning voor de minipaardenfokkerij is rekening gehouden met de bouw van de villa’s op het terrein van Handgraaf. De boerderij van Sintenie kan geen milieuvergunning meer verkrijgen op de huidige locatie en moet daarom verplaatsen.
5. Kan het college aangeven in hoeverre rekening is gehouden met de bouw van de woningen op het voormalig terrein van Handgraaf in relatie tot een veebedrijf?
Bij het verlenen van de milieuvergunning is rekening gehouden met de bouw van villa’s op het terrein Handgraaf. In de milieuvergunning zijn voorschriften opgenomen om de hinder te beperken.
Het betreft een combinatie van voorschriften die verbonden zijn aan de vergunning die de aangevraagde maatregelen in combinatie met organisatorische maatregelen borgen. Het betreft bijvoorbeeld afstandseisen voor de mestopslag, beperking van de stalbezetting, beperking gebruik lichtmasten, bestrijding van stof. In de Raad van State procedure voor de milieuvergunning zijn deze eisen onderwerp van beroep geweest, maar akkoord bevonden.
6. De gemeente erkent dat er fouten zijn gemaakt in het verleden inzake dit dossier. Kunt u aangeven welke fouten?
Het bouwvlak ter plaatse van Wustelaan 68 is in bestemmingsplan Agrarisch gebied Zuid, vastgesteld door de gemeenteraad op 6-7-1989, lastig te vertalen naar de ‘werkelijkheid’. Dit is de reden dat de aanvraag om bouwvergunning fase 1 kon worden getoetst als passend binnen het bestemmingsplan, maar bij de gewijzigde aanvraag bleek dat de bebouwing niet meer viel binnen het bouwvlak. Inmiddels was wel een milieuvergunning verleend voor de stoeterij. Destijds werden milieuvergunningen nog niet getoetst aan het bestemmingsplan, maar alleen aan milieutechnische aspecten. Nu worden milieuvergunningen wel getoetst aan het bestemmingsplan.
7. In hoeverre kunnen schadeclaims volgen uit deze fouten? Zo ja, tot welk bedrag kan dit oplopen?
De vraag of schadeclaims van omwonenden te verwachten te zijn kan naar alle waarschijnlijkheid negatief beantwoord worden. De betreffende bedrijfswoning grenst uitsluitend aan een andere woning. Deze woning zal geen directe schade ondervinden. Eventuele indirecte schade door aantasting van het woongenot valt niet te verwachten. Op het perceel waar de aanvraag betrekking op heeft, staan namelijk reeds stallen met paarden. Tevens is al een milieuvergunning verleend voor het minipaarden fokbedrijf waarin voorschriften zijn opgenomen om hinder te voorkomen.
Wel is het mogelijk dat wanneer niet meegewerkt aan een vrijstellingsprocedure de aanvrager een schadeclaim indient tegen de gemeente wegens de gedane toezeggingen en de kosten die hij heeft moeten maken voor het regelmatig wijzigen van (bouw)tekeningen.
8. In hoeverre is het college op de hoogte, dat de kans dat de buurtbewoners een schadeclaim zouden kunnen indienen, dat het college die kans klein acht.
Zie onder 7.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen
Geef een reactie