Velsen Lokaal wil van het college weten hoe de aanbesteding is verlopen voor de renovatie van gebouw B van het Stadhuis (Dudok). Vanuit contacten uit de samenleving zijn geluiden ontvangen, dat de selectiecriteria buiten proportioneel en geclusterd is aangeboden door een bureau uit Veenendaal, zodat het lokale bedrijfsleven geen kans heeft kunnen maken op een opdracht.
• Door Marianne Vos en Martin Gregoire
• Velsen Lokaal komt op voor lokale- en regionale ondernemers
• Velsense VVD fractie laat geen enkel ‘ondernemersgeluid’ horen op 9 februari jl.
Tijdens de raadsvergadering van 9 februari van dit jaar gaf de gemeenteraad uitdrukkelijk aan om de renovatiewerkzaamheden in onderdelen te laten aanbesteden, zodat het lokale en regionale bedrijfsleven mee kon dingen naar het werk. Een SP-motie van die strekking bleek overbodig, zo meldde wethouder Westerman, want hij had goed geluisterd en was het eens met deze gevoelen. Tevens wees hij op het feit “dat lokale ondernemers kennis hebben van dit gebied en een aantal andere voordelen hebben, ondermeer geringere reis- en transportkosten. Dus als ze dat slim zouden meenemen, dan zou dat een belangrijke factor zijn.”
Rond diezelfde tijd stemde de voltallige Tweede Kamer in met het wetsvoorstel op een verbod op clustering van opdrachten en een verbod op het stellen van buiten proportionele eisen aan referentieprojecten van overheidsopdrachten. Het demissionaire kabinet Rutte bekrachtigde dit onlangs.
Het is dan ook schrijnend te noemen, dat dit college wel de mond vol heeft van een Visie op Velsen, maar ondertussen vergeet dat we hier een lokaal bedrijfsleven hebben. Met een opdracht als het onderhavige is een uitlezen kans verkeken om de lokale bedrijven enig moed te geven in deze zeer moeilijke tijden.
Hieronder volgt de volledige tekst van de vragen en een bijlage met de behandeling in de raad van 9 februari 2012
Vragen van de raad
Datum | 23 juli 2012 |
Raadsvraagnummer | Vult de Griffie in |
Fractie | Velsen Lokaal |
Onderwerp: aanbesteding renovatie stadhuis, gebouw B.
Toelichting bij de vragen:
Naar aanleiding van contacten uit de samenleving en het recente krantenartikel in de IJmuider Courant over de aanbesteding van de renovatie stadhuis, wil mijn fractie onderstaande vragen stellen. Daarbij voegen wij toe het verslag van de raadsvergadering van 9 februari j.l. Tijdens die vergadering -maar ook tijdens de behandeling van de motie over de 5 % regeling van D’66Velsen-, heeft de raad van Velsen zich duidelijk uitgesproken over het betrekken van lokale en regionale bedrijven bij de uitvoering van gemeentelijke opdrachten. Door de beantwoording van het college tijdens beide behandelingen in de raad, is de schijn gewekt bij diverse fracties, dat het college zich deze zienswijze zou aantrekken. Echter: schijn bedriegt. De realiteit geeft een ander beeld en om die reden zien wij ons genoodzaakt om deze vragen te stellen.
Vraag 1
Is het college het eens met de stelling, dat het gemeentehuis alleen al uniek is vanwege de functie en niet door de technische aspecten van het gebouw?
- Zo ja, graag toelichting op uw zienswijze.
- Zo nee, graag toelichting waarom niet.
Vraag 2
Is het college het eens met de stelling, dat bewezen techniek, kennis en kunde van bedrijven in relatie tot de technische aspecten voor zich zelf spreken?
- Zo ja, dan zien wij een toelichting op het antwoord in relatie tot de Visie op Velsen, waarbij accenten gelegd worden met name op de economische ontwikkeling en stimulering van het lokale bedrijfsleven.
- Zo nee, graag een toelichting waarom niet.
Vraag 3
Kan het college aangeven hoeveel bedrijven zich hebben ingeschreven voor de opdracht ter voorbereiding van de aanbesteding?
Vraag 4
Waren daar ook lokale en of regionale bureaus / bedrijven bij?
Zo ja, welke en op welke gronden is daar niet voor gekozen?
Vraag 5
Kan het college aangeven of bij de aanbesteding het bureau Stichting Rijk betrokken is?
Zo ja, wat is de rol van bureau Stichting Rijk bij deze aanbesteding?
Zo nee, wat was de reden waarom niet gekozen is voor dit bureau?
Vraag 6
Wat is de overweging dan wel geweest om te kiezen voor een bedrijf ver buiten onze regio?
Vraag 7
Kan het college aangeven of de opdracht tot renovatie geclusterd is aangeboden?
- Zo ja, bent u dan niet tegen de wet ingegaan?
- Zo ja, waarom hebt u dan de uitdrukkelijke gevoelen van de raad naast zich neergelegd (zie notulen van 9 februari 2012)?
- Zo nee, welke onderdelen van de renovatie zijn onderscheiden aangeboden?
Vraag 8
Is het college het eens met de stelling, dat de huidige selectiecriteria voor de aanbesteding renovatie gebouw B discriminatoir zijn voor een bepaalde groep inschrijvers?
- Zo nee, dan willen wij weten of en hoeveel lokale en/of regionale aanbieders zijn geweest voor het onderhavige project, al dan niet geclusterd, en op welke gronden deze zijn afgewezen?
- Hadden deze aanbieders dan wel kans gemaakt op werk, aannemende dat de opdracht niet geclusterd was aangeboden?
- Zo ja, waarom heeft u daar dan niet iets aangedaan, mede gelet op de gevoelen van de raad ten aanzien van het stimuleren van de lokale en of regionale werkgelegenheid?
Vraag 9
Is het college het eens met het feit, dat de selectiecriteria buiten proportioneel zijn ten aanzien van de onderhavige aanbestedingsprocedure voor de renovatie van gebouw B?
- Zo ja, dan zien wij een onderbouwing van deze stellingname op onderdelen, waarbij het college aangeeft of daarbij de nieuwe wet op het verbod tot clustering van opdrachten betrokken dan wel overwogen heeft.
- Zo nee, dan willen wij weten op welke gronden en of onderdelen de selectiecriteria niet proportioneel zijn te noemen.
Vraag 10
Ziet het college inmiddels, dat de toegepaste procedure voor de selectiecriteria voor het onderhavige gebouw haaks staat op wat de wetgever beoogd met de aanbestedingsregels? De nieuwe wet verbiedt immers het clusteren van opdrachten en verbiedt het stellen van buiten proportionele eisen aan referentie projecten.
Gaat het college zich inspannen om de criteria aan te passen?
Vraag 11
Tijdens de behandeling op 9 februari 2012 geeft de wethouder aan dat er een verschil is tussen nationale en Europese wetgeving op gebied van aanbesteding. Kan de wethouder aangeven wat de verschillen zijn?
BIJLAGE notulen 9 februari 2012:
BIJLAGE bij vragen Velsen Lokaal over aanbesteding renovatie stadhuis, gebouw B.
De heer VRIJHOF: Dank u wel. Sorry voor het ongemak. De tekst van de motie luidt nu: de raad van de gemeente Velsen roept het college op om niet Europees aan te willen besteden, maar de renovatie van het stadhuis gebouw B, in zijn geheel zo veel mogelijk door regionale aannemers,onderaannemers en installateurs uit te laten voeren. Dit geldt ook voor het voorgenomen meerjarige onderhoudsplan. In gedeelten. De raad van de gemeente Velsen roept het college op om niet Europees aan te willen besteden, maar de renovatie van het stadhuis gebouw B in gedeelten zoveel mogelijk door regionale aannemers, onderaannemers en installateurs uit te laten voeren. Dit geldt ook voor het voorgenomen meerjaren onderhoudsplan. Dat is de tekst.
De heer WESTERMAN: Ja voorzitter, ik kan de SP geruststellen. Ik ben het met hen eens. Er is geen sprake, noodzakelijk, van een Europese aanbesteding. We zijn als gemeente wel gehouden aan de wet- en regelgeving voor wat betreft het aanbesteden. En nog even op de Europese aanbesteding terugkomend, de drempelwaarde van een Europese aanbesteding is 5 miljoen euro. Dat betekent dat we daar niet overheen komen. Het gevraagde budget aan de raad bedraagt wel 6,7 miljoen euro. Dit bedrag is inclusief btw, bouwleges, tijdelijke huisvesting, ambtenaren, enzovoorts. De netto kosten van de daadwerkelijke renovatie en saneringskosten liggen echter beneden de 5 miljoen. Dat betekent dat de Europese aanbesteding niet van kracht is, daar heeft u gelijk in, maar wel het inkoopbeleid van gemeente Velsen dat voldoen moet aan de reguliere vastgestelde wet- en regelgeving en dat er dus nationaal aanbesteed moet worden.Kenmerk van die regelgeving en van het inkoopbeleid van Velsen, wat u ook zelf als raad indertijd heeft vastgesteld is transparantie, rechtmatigheid en gelijke behandeling bij de aanbesteding. In het door ons vastgestelde inkoopbeleid is bepaald dat er geen voorkeursbeleid bestaat bij het inkopen of aanbesteden van regionale of lokale aanbieders. Door de juiste toepassing van die regelgeving, maximale marktwerking, geen concurrentievervalsing en het beleidsuitgangspunt van een non-discriminatie, hebben zij evenveel mogelijkheden – zij zijn dan de lokale belanghebbenden – en kansen als elke willekeurige aanbieder. Vaak hebben de lokale partijen een natuurlijk voordeel door bekendheid met de lokale en regionale situatie door onder andere geringere reis- en transportkosten. Op grond hiervan zouden wij als college deze motie dan ook willen ontraden.
De heer UIJTENDAAL: Dank u wel voorzitter. Ik wil het graag hebben over de motie van de SP en Velsen Lokaal over het zo veel mogelijk gebruik maken van regionale aannemers en onderaannemers. Ik ben een beetje verward door het antwoord van de wethouder. Toen wij het in een motie hadden over de 5% regeling, blijkt dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om voorwaarden dan wel gunningregels op te stellen waardoor je een selectie kunt maken en binnen die selectie moeten je inderdaad iedereen open, transparant en gelijk behandelen. Zo zijn er al jarenlang regels over bepaalde bedrijfsgrootte, een bedrijf moet een bepaalde financiële status hebben. Dat zijn allemaal regels die je van te voren kunt opnemen. Dat kun je ook doen door er een regionaal karakter aan te geven. Dus daarom vind ik niet alleen de motie sympathiek, maar wij nemen hem ook over. Wij zijn er voor.
De heer KORF: Dank u wel voorzitter. Eigenlijk goed horende de wethouder ten aanzien van de motie van de SP en de communicatie die wij de laatste dagen gehad hebben, willen wij om de omgekeerde reden van D66Velsen juist de wethouder wel volgen, omdat er ook andere wet- en regelgeving aanwezig is die het college volgt. Ik vind dat juist met dit soort zaken moet je dit volgen om transparant en je integriteit duidelijk naar voren te laten komen. Dus wij zullen daarin de wethouder volgen.
De heer HILLEBRINK: Ten aanzien van de motie SP inzet Velsense ondernemers volg ik de wethouder. We hebben een inkoopbeleid waarin duidelijke regels over aanbestedingen staan.
De heer KWANT: Dank u voorzitter.
Wat betreft de motie van de SP, ten aanzien van het aanbestedingsbeleid, dat vinden wij een zeer sympathieke motie en zoals D66Velsen ook zegt, het aanbestedingsbeleid: je kunt natuurlijk als je aanbesteedt en je krijgt een gelijkwaardige inschrijving, een regel kunt stellen dat dan de regionale of de Velsense aannemer voorrang krijgt ten opzichte van de aanbesteder die ergens anders vandaan komt. Wij zullen de motie van de SP dan ook steunen en wij vinden – zoals de heer Bal al gezegd heeft – het zeer jammer dat het na het raadsbesluit in stemming komt, want dan kunnen wij niet voor het raadsbesluit stemmen.
De heer VAN DER HULST: Voorzitter, wij reageren op de motie van de SP. Wij steunen de wethouder. Wel willen wij opmerken dat gelet op de omvang van het project, de snelheid waarvan wij verwachten dat het moet worden afgehandeld, dat na aanbesteding bij gelijke inschrijving altijd een regionale aannemer zal prevaleren.
De heer VAN IKELEN: Ja voorzitter, dank u. De reden dat wij de motie van de SP mede hebben ondertekend, is dat er een regionale binding of voorkeur mogelijk is in het kader van de aanbestedingen zoals ook al gezegd is door D66Velsen en de LGV. Dat geeft de mogelijkheid om toch je lokale economie een klein beetje mee te laten profiteren van zo’n project. Het is een beetje vreemd ook dat de wethouder zich verstopt achter de regelgeving en niet de mogelijkheid probeert op te pakken om ook regionaal hier een deel van het werk onder te brengen. Het stimuleert onze regionale economie. Dat is de reden dat wij deze motie van harte hebben ondersteund.
De heer OCKELOEN: Ja, dank u wel voorzitter. De motie van de SP over de lokale aannemers, daar zijn we wat in verwarring geraakt door de wijziging van de tekst van de motie moet ik u zeggen. Aanvankelijk hadden we het idee, het klinkt sympathiek en het is ook leuk. We hebben een verhaal aangenomen voor de 5% regeling dus eigenlijk is er al een kader om het te gaan doen. Dus we hadden het idee dat het eigenlijk overbodig was, maar zo’n oproep kan wel. Maar door de toelichting erbij hadden wij het idee dat er misschien wel een dubbele bodem bij zou zitten. Nu de tekst luidt zoals hij nu luidt, zeggen we: deze dubbele bodem daar waren we al wat angstig voor. We hebben niet alleen te maken met – de wethouder zei dat terecht – met de Europese aanbesteding, maar ook met de eigen regels die wij ook als raad hebben vastgesteld. Ik ben het volstrekt oneens met Velsen Lokaal die zegt dat de wethouder zich verstopt achter regelgeving. Nee, de wethouder houdt zich aan de opdracht die wij hem hebben meegegeven. Ik denk dat wij daar de wethouder op zich dankbaar voor moeten zijn. Alleen we moeten kijken of er ruimte zit of er andere regels zijn die kunnen worden toegepast. In mijn ogen zit dat in de 5% regeling waar het college wel degelijk de ruimte heeft om te doen wat met deze motie bedoeld is. Zoals het nu lijkt, zal mijn fractie daar niet in meestemmen, dus tegen de motie stemmen maar wel de wethouder oproepen om de bedoeling van de motie uit te voeren. Maar dat heb ik eigenlijk de wethouder al tussen de regels door horen zeggen. Wat mij betreft had de motie zo mogen blijven met een andere toelichting, dan zou het heel anders geweest zijn. Maar dat komt nu feitelijk ook zo uit.
De heer WESTERMAN: Wat betreft de andere motie, wil ik u er nog op wijzen, dat ik net nadrukkelijk gezegd heb dat lokale ondernemers kennis hebben van dit gebied en een aantal andere voordelen hebben, ondermeer geringere reis- en transportkosten. Dus als ze dat slim meenemen, kan dat ook een belangrijke factor zijn. Dan is het zo dat we wat betreft de regelgeving die u zelf heeft vastgesteld, zeggen dat de grootte en de omzet van een aannemer bijvoorbeeld criteria zijn die kunnen wijzen op de kwaliteit van de aanbesteding en dat zal ook zwaar moeten wegen. En dat is ook werkelijk zo. En dat de vestigingsplaats een criterium is dat daar wettelijk niet voor geldt. Als we dat zouden invoeren, dan komen we met de antidiscriminatiewetwetgeving in de problemen. Dus wij blijven deze motie ontraden.
De heer UIJTENDAAL: Voorzitter, mag ik een technische vraag stellen? De wethouder wijst nu twee keer naar het beleid dat wij vastgesteld hebben. Volgens mij is het inkoopbeleid rondgestuurd maar nog niet vastgesteld. Maar dat weet de griffier misschien.
De heer WESTERMAN: Dan geldt nog steeds het vigerende inkoopbeleid.
De VOORZITTER: Mevrouw de griffier.
Mevrouw HUIJS: Voor zover mij bekend is het inkoopbeleid door het college vastgesteld omdat dat gaat om privaatrechtelijke besluiten en komt het ook niet meer naar de raad om vast te stellen.
De heer UIJTENDAAL: Nee, dus u wilt de wethouder corrigeren dat het niet het beleid is dat wij vastgesteld hebben, maar het college zelf.
Mevrouw HUIJS: Volgens mij is dat zo gebeurd.
De VOORZITTER: Dat is correct. Wat net gesteld is heb ik net even geverifieerd bij de gemeentesecretaris en als de raadsgriffier en de secretaris dat duiden dan is dat een werkelijkheid.
De heer VRIJHOF: Ja voorzitter, ik wil eigenlijk aan de fractievoorzitter van de PvdA vragen, als ik die zin nou niet had veranderd, had u dan voor gestemd?
De heer OCKELOEN: Als u goed geluisterd had, dan heb ik dat gezegd inderdaad.
De VOORZITTER: Ja, maar de zin gaan we niet nu nog een keer veranderen, mijnheer Vrijhof. Echt niet. Dank u voor uw reactie. En we gaan niet een nieuw debat uitlokken, dus een korte reactie als indiener graag.
De heer VRIJHOF: Ik wil toch aan de wethouder vragen dat in de nieuwe aanbestedingenwet het moet leiden tot meer concurrentie, minder administratieve lasten en uniforme aanbestedingspraktijken.
De heer WESTERMAN: Dat betekent onder meer dat je niet bij voorbaat moet zeggen alleen die en die partijen mogen meedoen, want dan ben je met discriminatie bezig en blijft je marktwerking minder.
Dan stemming over de motie van de SP. Wie is voor de motie van de SP? Hand opsteken inderdaad. SP-fractie, Velsen Lokaal, LGV, D66Velsen. Hoeveel heeft u er mevrouw de griffier? 15. Wie is tegen? CDA, fractie Marc Hillebrink, fractie Beryl Dreijer, ChristenUnie, GroenLinks, VVD-fractie. Dat zijn er 17. Dan is die verworpen.
Geef een reactie