Velsen Lokaal heeft naar aanleiding van een onderzoekje onder lokale aannemers en installateurs naar het gemeentelijk aanbestedingsbeleid raadsvragen gesteld. Het is bekend dat Velsense bouw- en installatiebedrijven meestal niet aan bod komen voor de aanbesteding van gemeentelijke projecten. O.a. doordat de voorselectie hen uitsluit, omdat de eisen vaak torenhoog worden opgeschroefd.
Ook zijn kwalificatie eisen vaak veel te ver doorgeschoten. Als voorbeeld mocht de bouwer van gebouw A van het stadhuis niet inschrijven voor de verbouwing daarvan, omdat hij in de laatste drie jaar geen gemeentehuizen had ge- of verbouwd. Installatiebedrijven werden geweerd voor een totale klus, omdat ze de laatste jaren geen grond-warmte-units hadden gebouwd, terwijl dit door elke bouwer als een specialistisch onderdeel wordt uitbesteed aan gespecialiseerde bedrijven.
Aannemers zijn vaak ook de organisatoren van grote groepen ZZP-ers, die zo mee kunnen doen in gemeentelijke projecten, maar buitenspel staan als grote ondernemingen van elders uit het land de opdrachten verdelen.
Onze gemeente is er niet bij gebaat om projecten Europees aan te besteden aan bijvoorbeeld een bedrijf uit het zuiden des land, die op haar beurt een Velsens bedrijf als onderaannemer het werk laat uitvoeren. Dat terwijl aanvankelijk dat Velsense bedrijf bij de gemeentelijke voorselectie als ongeschikt voor aanbesteding is weggezet.
Projecten die vallen onder de Europees aanbesteding kunnen vaak gesplitst worden in deelprojecten. Dat biedt kansen, waarbij ook Velsense of regionale bedrijven kunnen meedingen naar de beste inschrijving.
Het college zegt zich te bekommeren om de werkgelegenheid in de gemeente en directe regio. Het binnenhalen van nieuwe bedrijven lijkt interessant, maar wat levert dat echt op aan arbeidsplaatsen als de gemeente niet bereid is om tot een uiterste inspanning de bestaande werkgelegenheid op peil te houden dan wel uit te breiden?
Velsen Lokaal pleit voor meer kansen van Velsense en regionale bedrijven bij gemeentelijke inschrijvingen, iets wat wel zeker mogelijk is zonder kwaliteit of prijs geweld aan te doen. Het behoud van onze lokale en regionale bedrijven is goed voor onze economie en vergroot de kans op werkgelegenheid in deze toch al zwaar getroffen industrie.
De volgende vragen zijn aan het College gesteld:
Vraag 1:
Vindt het college ook dat -waar mogelijk- projecten gesplitst zouden moeten worden om zo Europese aanbesteding te voorkomen, zodat via lokale inschrijving/aanbesteding de bedrijven uit Velsen of de regio ook een kans te krijgen om mee te dingen naar de uitvoering?
Vraag 2:
Is het college het met ons eens, dat de eisen om te mogen inschrijven best een tandje lager kunnen? Bijvoorbeeld ten aanzien van werkervaring, waardoor te ver opgeschroefde eisen onze aannemers/installateurs bij voorbaat buitenspel worden gezet.
Vraag 3:
Kan het college aangeven of onze lokale/regionale aannemers en installateurs voldoende geschikt zijn qua kwaliteit, etc. voor projecten zoals scholenbouw, buurthuis, verbouwing stadhuis?
Immers buiten de overheid worden ze namelijk wel competent geacht.
Vraag 4:
Begrijpt het college dat de ondernemers zelf niet durven te protesteren tegen deze uitbestedingspolitiek, omdat men vreest dan nooit meer een gemeentelijk opdracht te verkrijgen?
Vraag 5:
Kan het college aangeven op welke wijze men denkt lokale en/of regionale aannemers/installateurs meer te kunnen betrekken bij lokale aanbestedingen zonder aan de kwaliteit en prijs van het werk concessies hoeven te doen.
Geef een reactie