Voor de komst van social media waren het journalisten die iets in hun kranten meldden rondom bedrijven en/of politiek, onderzoeksjournalisten diepten geruchten uit en sloegen hun slag als bij heldere hemel. De komst van social media biedt iedereen de mogelijkheid iets te beweren, het reactiesysteem is vooralsnog grillig, bij zowel bedrijfsleven als politiek.
• Klanten van bedrijven of burgers van een gemeente betalen uiteindelijk de rekening
• Snelheid vaak niet hand in hand met nauwkeurigheid
• Klant van een bedrijf kan ‘weglopen’, klant van de gemeente niet…….
Toch onderscheiden journalisten zich – over het algemeen – door diepgang, onderzoek, hoor- en wederhoor, alvorens zij iets als artikel of column plaatsen. Hoe groot zijn de verschillen in het effect van beweringen van journalisten als we kijken naar het verschil tussen het bedrijfsleven en de politiek?
Als een bedrijf wordt beschuldigd en berichten verschijnen in de media, dan is het doorgaans de gewoonte niet meteen te reageren. Er zijn maar weinig bedrijven die met een doortimmerd mediabeleid meteen reacties kunnen geven op alles. Tegenwoordig moeten bedrijven wel sneller reageren, want de diverse social media kanalen versterken het effect van het bericht al heel snel, zeker als het een negatief bericht is. Een directie moet dus tegenwoordig pasklare antwoorden hebben op vrijwel elke gebeurtenis in de media. Positief of negatief. Gebeurt dat niet, dan grijpen commissarissen, besturen en/of aandeelhouders vroeg of laat in.
In de politiek is men nog niet gewend aan die snelheid en reageert men niet meteen na één column in de krant. Wie is ‘men’ in de politiek? Primair is dat – net zoals in het bedrijfsleven – de ‘directie’, dus het college van B&W. De raad is in vergelijking tot het bedrijfsleven het bestuur, de uiteindelijke ‘beslissers’ van het politieke systeem. Als geruchten, beweringen of zelf waarheden aanhouden, moet er wat gedaan worden. Als de directie ‘iets te gelaten’ reageert, dan moet het ‘bestuur’, dus de raad reageren. Dat duurt dus even, in die zin is de vergelijking met het bedrijfsleven wel degelijk te maken.
Zowel directie als B&W zullen zelf geen directe lijntjes leggen richting de media. Bedrijven of gemeentes met een sterke extern gerichte communicatie afdeling zullen adequaat genoeg kunnen reageren om berichten te weerspreken of minstens uitleg te geven. Doet een college van Burgemeester en wethouders dat niet, dan nemen – al dan niet onder invloed van social media – de geruchten toe.
De raad stelt dan uiteindelijk vragen aan het college van B&W. De klanten van de gemeente – de burgers – worden in dergelijke processen makkelijk vergeten. Dat is één van de meest opvallende verschillen. De klanten van een gemeente bevinden zich samen in één redelijk overzichtelijk gebied (in tegenstelling tot klanten van een bedrijf), waar het medium krant nog steeds een forse invloed heeft. Tijdig reageren is hier eigenlijk nog belangrijker dan de snelheid van de directie van een bedrijf.
Maar verder zijn de verschillen niet zo groot. Dus beste lezer, als Velsen Lokaal hebben wij – mede – de vragen gesteld aan het college, omdat aanhoudende columns rondom uitkeringsfraude in de IJmuider Courant, ons daartoe hebben aangezet, mede door een te globaal antwoord van de wethouder. Voor ons geldt dus ook dat wanneer de directie – in dit geval een wethouder – niet snel genoeg reageert, wij ook in uw belang vragen stellen.