Op straat word ik wel eens aangesproken met de gewone dagelijkse vragen, waarop een burger antwoord zou willen hebben. Of het nu gaat om een bouwvergunning, een verkeerssituatie of om een politieke vraag, de route naar het antwoord is lang niet altijd even eenvoudig.
Door Peter Luit, voorzitter Velsen Lokaal
In de praktijk blijkt dat menig burger niet precies weet hoe het politieke systeem in elkaar zit. Ook ik krijg wel eens de opmerking: ‘Kan je dat niet even aan de burgemeester vragen?’ Als ik dan zeg dat hij over bijvoorbeeld een onderwerp als bouwvergunningen niets te zeggen heeft, dan kijken mensen mij wazig aan. Ik probeer de werking van het systeem dan een beetje uit te legen, maar kan de mensen doorgaans niet tevreden stellen.
Daarom hier een eerste poging een beetje meer duidelijkheid te verschaffen rondom de werking van de gemeentelijke politiek. In deze eerste aflevering uitleg over de politieke partijen, volgende week meer over de gemeenteraad. Daarna volgt het college van B&W en tot slot de ambtenaren.
De politieke partijen
Ten eerste het onderscheid tussen landelijke partijen die gemeentelijk vertegenwoordigd zijn en de lokale partijen. Landelijke partijen hebben doorgaans een beleid welke zij ook op gemeentelijk niveau uitgevoerd willen zien. De invloed van de landelijke uitgangspunten zijn vaak terug te vinden in de lokale politiek. Daarnaast is de financiering vanuit de landelijke partijen wat eenvoudiger geregeld en beschikken lokale vertegenwoordigingen dus vaak over aanzienlijk meer budget dan lokale partijen.
Lokale partijen zijn vaak ontstaan vanuit onvrede over het lokale beleid binnen de landelijke partijen. Een groep mensen richt dan een eigen partij op, die geheel op eigen kracht, dus zonder steun van de landelijke politiek, moet functioneren. De gedrevenheid is doorgaans groot en vooral de lokale betrokkenheid is uniek.
Partijen (landelijk en lokaal) bestaan in hoofdzaak uit twee onderdelen, het bestuur en de fractie. Het bestuur van een politieke partij is zelf niet politiek actief, dat doet de fractie. Het bestuur zet grote lijnen uit voor het algehele beleid binnen de partij, controleert de fractie op een juiste uitvoering van het partijprogramma en doet bijvoorbeeld aan werving van leden en zorgt voor een stuk communicatie met de leden. Leden zijn burgers uit de gemeente die de partij een warm hart toedragen en politiek vaak meer interesse hebben in het welzijn binnen hun woon- werk- en leefomgeving. Het bestuur bestaat uit vrijwilligers, mensen die dus gewoon en baan hebben en zich in hun vrije tijd inzetten voor het belang van een politieke partij.
De fractie bestaat uit de raadsleden die tijdens de gemeenteraadsverkiezingen door de bevolking zijn gekozen. Het aantal fractieleden per partij wordt uitgedrukt in het aantal zetels (zeg maar de zitplaatsen die in de raadzaal beschikbaar zijn). Gemeente Velsen heeft in totaal 33 zetels, Velsen Lokaal heeft 5 van de 33 zetels. Naast fractieleden zijn er ook zogenaamde steunfractieleden. Steunfractieleden maken formeel geen deel uit van de fractie, maar ondersteunen de fractie (politiek) inhoudelijk. Ook fractieleden doen hun politieke werk niet full-time – alhoewel het aantal uren dat zij vrijwillig in de politiek steken aanzienlijk is. Daarnaast werken zij in het bedrijfsleven of zijn werkzaam bij de overheid.
In de laatste aflevering ga ik in op het college van B&W. Maar hier alvast een voerproefje. Als een partij na de verkiezingen terecht komt in het college van Burgemeester en Wethouders, dan levert een partij – afhankelijk van het aantal zetels – één of meerdere wethouders. Doorgaans is dat het fractielid met de meeste stemmen. In zo een geval wordt aan de ‘onderkant’ de eerstvolgende van de kieslijst benoemd tot fractielid. De fractievoorzitter wordt dan vaak diegene die in de dan nieuwe fractie de meeste stemmen heeft gekregen.
Geef een reactie