Toen ik afgelopen donderdagavond om half elf op de trap van het stadhuis Bart Boele van de IJmuider Courant tegenkwam zei ik: ‘Nou succes, je moet maar weer wat zien te maken van deze nogal chaotische vergadering.’ Bart lachte en ik ging naar huis in de wetenschap dat zijn column in de krant van zaterdag zonder enige twijfel een analyse van afgelopen donderdagavond zou bevatten.
• Door Peter Luit, voorzitter bestuur Velsen Lokaal
• Uitdaging: Gemeente als uitgever van relevante verhalen voor haar klanten
• Bekijk de samenvatting bij Seaport TV
Ik loop als op afstand functionerende voorzitter van het bestuur van Velsen Lokaal nu ruim een jaartje mee. Nee, lang is dat niet om het gehele systeem te kunnen doorgronden, maar ik dacht dat ik in de raadszaal wel al alle pieken en dalen had meegemaakt. Maar afgelopen donderdag beleefde ik een nieuw dieptepunt. Communicatie technisch was het een bijzonder leerzaam fenomeen. Ik denk daarbij dan vooral ook aan de burgers van Velsen die via Seaport de live uitzending volgden. Er was een mevrouw die ’s avonds laat een e-mail naar Bart stuurde en haar afkeuring deelde. Een mooi en vooral makkelijk opstapje voor Bart zijn wekelijkse column.
Natuurlijk is vergaderen met 33 raadsleden geen eenvoudige opgave. Je moet als voorzitter de touwtjes strak in handen houden om alles in goede banen te leiden. Bart verwees in zijn column al naar het zogenaamde ‘presidium‘. Weet u wat dat is? Ik heb een keer een poging gedaan om dat uit te leggen. In dat presidium is onlangs bepaald dat de spreektijd wordt gerelateerd aan de grootte van de fracties. Velsen Lokaal, VVD en PvdA krijgen dan de meeste tijd, terwijl eenmansfracties als Christen Unie, Beryl Dreijer en Marc Hillebrink de minste tijd krijgen toebedeeld. Ja, democratisch besloten in het presidium.
Vervolgens bepaalde de voorzitter van afgelopen donderdagavond – de VVD’er Tilly Mastenbroek – dat per onderwerp één woordvoerder per fractie het woord mocht voeren. Allemaal afgesproken hoor in het presidium, niemand die het protocol kon ontkennen. Maar ja, de gemiddelde burger weet dat dus niet en wordt geconfronteerd met een bijna lachwekkende vergadering, waarin op een gegeven moment tegen een willekeurig raadslid wordt gezegd: ‘U heeft nog 1 minuut en 35 seconden spreektijd.’ Wat zouden ze er thuis voor de buis van gedacht hebben? Het werd nog erger toen later op de avond zogenaamde ’tussentijden’ werden gemeld…..
Debatteren binnen zo een keurslijf? Onmogelijk. De meeste raadsleden kunnen niet veel meer dan hun nauwkeurig gecomponeerde A4’tje voorlezen. Met het hoofd naar beneden gebogen mompelen de meesten hun stukjes de microfoon in na eerst plechtig ‘Dank u wel voorzitter’ te hebben gezegd, kijken amper op, letten niet op de camera en verwachten al helemaal geen debat. Als er dan onverwacht een vraag wordt gesteld, rommelen ze wat door hun stapels papier om tijd te winnen en een passend antwoord te componeren.
Afgelopen donderdag had ik de verwachting dat het zou gaan over de ontwerpbegroting voor 2012-2015 (bijna 200 pagina’s – zie PDF). Dus het kon wel eens heel technisch worden, spreadsheets met getallen en tabellen via de beamer, wethouders Verkaik en Vennik continu in de weer om antwoorden te geven op kritische vragen. Vreemd genoeg niets van dat alles. Verkaik had op de één of andere manier wel een ‘bij’ rolletje, maar liet zich op geen enkele manier verleiden tot een debat. Een enkel raadslid deed een poging, Floor Bal valt in dergelijke situaties altijd wel op, maar Verkaik kwam meerdere keren lachend weg met opmerkingen als ‘Daar ga ik nu verder niet op in voorzitter’.
Wij proberen binnen Velsen Lokaal langzaam maar zeker meer bewustwording rondom communicatieve processen te ontwikkelen. Met de camera op je gericht kijk je de huiskamer in en praat je met de burgers die jou hebben gekozen. Dat valt niet mee, want je moet als raadslid ook nog eens een goed de politieke verhoudingen scherp houden. Natuurlijk moet duidelijk zijn waarin de coalitie en de oppositie elkaar in voor- en tegenspoed tegenkomen. Binnen elke fractie, dus ook bij ons, zijn er verschillen in de wijze waarop een raadslid haar of zijn punt maakt. Natuurlijk is niet iedereen even goed in het spreken in de openbaarheid en een debat aan te gaan. Bart noemde de raad bang voor het debat. Binnen Velsen Lokaal zijn de fractieleden echt niet zo bang. Maar voordat je het weet wijk je af van de meerderheid die dat kennelijk wel is. En dan ben je die vervelende oppositiepartij. Inmiddels ontdoen wij ons flink van dat imago en nemen we steeds vaker het voortouw om zelf initiatieven te nemen en plannen uit te werken.
Marianne Vos deed dat afgelopen donderdag met het lanceren van een zogenaamde ‘stadspas‘ voor Velsen. Een korte uitleg was voldoende om meerdere partijen mee te krijgen, een positief initiatief, welke de fractie eerst zelf in hoofdlijnen uitwerkt en dan vervolgens via de verantwoordelijk wethouder(s) de uitvoering ervan overdraagt. Zo hoort het te gaan toch? Ook het plan om een ‘roadmap‘ te maken voor een mogelijke fusie met omringende gemeenten, is een taak die Velsen Lokaal zichzelf opdraagt. Ook positief.
Wat moeten we dan met al die enorme stapels papier die we vanuit het ambtelijke apparaat krijgen? We zijn gewend geraakt aan dat protocol, de printers maken overuren aan het Plein’45 en de fracties verzuipen in de hoeveelheid details, die tezamen een normaal gesprek bijna onmogelijk maken. Het gekke is dat in de wandelgangen de debatten wel plaatsvinden. In de pauzes praat iedereen voluit met elkaar. Ook voor mij weer een interessant fenomeen. Want dan hebben we die stapels papier niet, geen microfoon, geen voorzitter, geen ‘dank u wel’, maar spontane en allemaal goedwillende mensen om er wat moois van te maken in Velsen.
Nee, ik ben een groot voorstander van het fors verminderen van alle vormregels en het eveneens fors verminderen van de stapels papier, waarachter men zich kan verschuilen. De voorzitter moet voortaan een inspirerend gespreksleider zijn, die met de microfoon in de hand middenin de raadszaal rondloopt en meningen vraagt en het gesprek prikkelt om met elkaar verder te komen. Geen duf gedoe meer en minuutjes tellen, maar dynamiek, stof tot nadenken, krakende hersenen, die moeten inspelen op hetgeen een ander zegt, die ook non-verbaal goed oplet hoe de zaal reageert (ja, ook de publieke tribune) en ook nog eens de camera goed in de gaten houdt in de dialoog met de burger. Misschien dat het presidium daar eens over kan gaan nadenken. Ik kijk al uit naar de volgende vergadering.
Geef een reactie