Hoe gaat Velsen om met overtreding van regels bestemmingsplannen?
In de bestemmingsplannen van de gemeente staat waar mag worden gebouwd en waarvoor grond en gebouwen gebruikt mogen worden. De gemeente maakt bestemmingsplannen voor alle grond die bij de gemeente hoort. Soms worden de regels overtreden. Bijvoorbeeld als een gebouw wordt gebruikt in strijd met het bestemmingsplan of als er een huis of aanbouw wordt gebouwd zonder vergunning. Die overtredingen moeten in principe door de gemeente gehandhaafd worden. In bepaalde gevallen hoeft de gemeente dat niet te doen. Bijvoorbeeld als er zicht is op legalisatie van de overtreding.
Onduidelijk handhavingsbeleid
Raadsleden Bram Diepstraten (Velsen Lokaal) en Leen de Winter (ChristenUnie) vinden het onduidelijk waarom de gemeente Velsen sommige overtredingen wel en andere niet handhaaft. Daarover hebben wij raadsvragen aan het college van B&W gesteld. De concrete aanleiding is het besluit van het college om aan de gemeenteraad een zogenaamde verklaring van geen bedenkingen af te geven voor de dierenkliniek in tuincentrum Ranzijn (Velserbroek).
Dierenkliniek in tuincentrum Ranzijn
Dierenartsen hebben bij de raadsleden en de gemeente aangeven dat ze het onbegrijpelijk vinden dat de dierenkliniek ongestraft zonder vergunning in het tuincentrum is neergezet. Het huidige bestemmingsplan staat een dierenkliniek op die plek namelijk niet toe. Het college heeft in antwoord op brieven aangegeven niet handhavend op te treden omdat er zicht is op legalisatie van de overtreding.
Wanneer zicht op legalisatie?
Wij willen nu van het college weten wanneer er nu wel en niet zicht is op legalisatie van overtredingen. We vragen ons bovendien af of het voor de dierenkliniek wel terecht is, omdat het college daarover zelf geen besluit kan nemen. Daar gaat de gemeenteraad over en die kan iets anders besluiten dan het college wil.
Tot slot willen we weten wat het college vindt van de mening van mensen dat de gemeente met verschillende maten meet. Niet iedereen begrijpt waarom in het ene geval wel op verzoek van omwonenden wordt gehandhaafd en in het andere geval niet.
Raadsvragen
Toelichting bij de vragen:
Wettelijk kader voor handhaving
Als er sprake is van een overtreding van een wettelijk voorschrift, te denken valt aan het gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan, van het strijdig gebruik van een gebouw of grond, of van het bouwen van een woning zonder de daartoe vereiste omgevingsvergunning voor bouwen, dan moet het bestuursorgaan dat bevoegd is om handhavend op te treden in de regel van deze bevoegdheid gebruik maken. Dit vanwege het algemeen belang dat gediend is met handhaving. Een bestuursorgaan kan uit eigen beweging of op verzoek van een ander overgaan tot handhavend optreden.
Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren handhavend op te treden. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Verder kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie kan worden afgezien.
Gemeentelijk beleidskader handhaving
In de kadernota integraal toezicht en handhaving 2013 – 2016 is sprake van een gedoogstrategie[1].
Concrete trajecten mét en zonder handhaving bestemmingsplanvoorschriften
In een aantal concrete gevallen van overtreding van bestemmingsplanvoorschriften treedt het college niet handhavend op omdat er in zijn ogen zicht is op legalisatie van de overtreding. Dit blijkt uit meldingen bij ons van mensen die om handhaving van de overtredingen hebben verzocht. Wij hebben ook meldingen gekregen van mensen waarbij wel handhavend wordt opgetreden maar in onze optiek ook sprake is van zicht op legalisatie.
Het is ons onduidelijk wanneer nu wel en niet zicht is op legalisatie van een overtreding van bestemmingsplanvoorschriften. Het is ons ook onduidelijk waarom het college in bepaalde gevallen wel handhavend en andere gevallen niet handhavend optreedt.
Ook uit jurisprudentie komt niet helder naar voren wanneer er concreet zicht is op legalisatie, vooral niet als er verschillende bestuursorganen bij het verlenen van omgevingsvergunningen zijn betrokken.
Daarom hebben wij de volgende vragen:
Vraag 1
Het college lijkt het uitgangspunt te hanteren dat sprake is van zicht op legalisatie van de overtreding van bestemmingsplanvoorschriften als het voornemens is toestemming te verlenen via een aangevraagde omgevingsvergunning.
Is onze aanname correct?
Vraag 2
In sommige gevallen is het college echter niet het bevoegde orgaan om finale toestemming via een omgevingsvergunning te verlenen, maar is de gemeenteraad bevoegd. Bijvoorbeeld bij dusdanig grote afwijkingen van een bestemmingsplan dat een verklaring van geen bedenkingen nodig is. In bepaalde procedures is een verklaring van geen bezwaar nodig van Gedeputeerde Staten.
- Is het college het met ons eens dat in deze gevallen, in tegenstelling tot de bereidheid van het college om een afwijking van het bestemmingsplan toe te staan, de gemeenteraad een andere afweging kan maken die afwijkt van de mening van het college?
- Kan het college zich in die gevallen, dat overtredingen zijn geconstateerd of om handhaving is verzocht en een verklaring van geen bedenkingen nodig is voor de legalisatie, terecht beroepen op zicht op legalisatie en daardoor handhaving achterwege laten? Graag een onderbouwing.
- Is het college het met ons eens dat indien een verklaring van geen bedenkingen nodig is voor de legalisatie van overtredingen, er gehandhaafd moet worden totdat de gemeenteraad zijn eigen afweging heeft gemaakt en een oordeel heeft geveld?
- Indien uw antwoord op vraag c nee is, vindt het college dan niet dat het bij de indieners van een omgevingsvergunning en handhavingverzoekers een onjuist verwachtingspatroon wekt?
Vraag 3
De Verantwoordingsnota Toezicht, Handhaving en Veiligheid 2015 die u per collegebericht 74 aan de raad heeft gestuurd, biedt tot onze teleurstelling geen inzicht in de mate van gedogen van overtredingen van bestemmingsplanvoorschriften.
Kan het college de raad cijfermatig inzicht geven in het gedogen van afwijkingen en overtredingen van bestemmingsplannen in de afgelopen 3 jaar afgezet tegen de volgende redenen: Concreet zicht op legalisatie, evidente overmacht situatie, als handhaving onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen?
Het college vraagt aan de gemeenteraad binnenkort een verklaring van geen bedenkingen af te geven ten aanzien van een dierenkliniek in tuincentrum Ranzijn[2]. Deze dierenkliniek is reeds enige tijd actief. Volgens onze informatie gedoogt het college deze activiteiten en treedt het niet handhavend op. Volgens onze informatie heeft het college niet tijdig gereageerd op verzoeken om handhaving en op het bezwaar op besluit om niet handhavend op te treden.
Vraag 4
Kan het college aangeven op welke concrete gronden de verzoeken om handhaving heeft afgewezen? Indien een van de gronden zicht op legalisatie is, waarom is het college van mening dat er van concreet zicht op legalisatie sprake zou zijn?
Vraag 5
Waarom heeft het college niet tijdig gereageerd en besloten op verzoeken tot handhaving en op de bezwaren op het besluit om niet te handhaven?
Vraag 6
Hoe vaak komt het voor dat het college niet tijdig beslist op verzoeken om handhaving en op bezwaren op besluiten om niet te handhaven en welke oorzaken liggen daaraan ten grondslag? Welke maatregelen neemt het college om zorg te dragen voor het binnen wettelijke termijnen afhandelen van verzoeken en bewaren?
Vraag 7
In de kadernota integraal toezicht en handhaving (zie toelichting) is afgesproken dat het niet optreden wordt beschreven in een gedoogstrategie en dat in voorkomende gevallen een gedoogbeschikking wordt opgesteld. Is inzake de dierenkliniek in Ranzijn sprake van een gedoogstrategie en van een gedoogbeschikking? Zo ja, kan de raad daarvan een afschrift ontvangen?
In het geval van o.a. verlichting op Tennispark Brederode heeft het college wel handhavend opgetreden na verzoeken daartoe.
Vraag 8
Kan het college aangeven op welke gronden en voor welke overtredingen wel handhavend opgetreden is en waarom het daarbij niet gebruik heeft gemaakt van redenen om niet handhavend op te treden, zoals concreet zicht op legalisatie, evidente overmachtsituatie of dat handhaving onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen?
Vraag 9
Wat vindt het college van de mening van velen die te maken hebben met handhaving of juist met een weigering om te handhaven dat het college met verschillende maten meet? Hoe denkt het college dat beeld te veranderen?
[1] P29. ‘De gemeente Velsen handelt conform het landelijk beleidskader gedogen. Dat betekent dat alleen na een zorgvuldige en kenbare belangenafweging wordt gedoogd. Een onderzoek naar de mogelijkheid tot legalisatie op termijn maakt daar onderdeel van uit. Kortom, het niet optreden wordt beschreven in een gedoogstrategie en in voorkomende gevallen wordt een gedoogbeschikking opgesteld, voorzien van heldere voorwaarden. Aan de gedoogsituatie wordt een duidelijke termijn verbonden.’
[2] Ref. Collegebericht 76 van 2016.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!