Te hoge grondwaterstanden in de gemeente Velsen
In Velsen-Noord en Santpoort-Noord klagen inwoners van ondergelopen kruipruimtes en kelders. Dit wordt veroorzaakt door te hoge grondwaterstanden. Mogelijk veroorzaakt door het afsluiten van duinrellen ten behoeve van bebouwing, het verminderen of stoppen van het oppompen van duinwater voor drinkwatervoorziening.
Maar het kan ook komen door de aanleg van gescheiden riolen, waardoor het regen-/grondwater niet meer via het riool afgevoerd wordt. Kortom: al deze factoren bij elkaar of afzonderlijk leiden tot klachten van ondergelopen ruimtes onder de huizen. Door het optrekken van al dat vocht wordt het woonklimaat ernstig aangetast door vocht- en schimmel. Dat is schadelijk voor de huizen maar bovenal zeer ongezond voor de bewoners.
Velsen Lokaal constateert dat al deze klachten er niet waren vóórdat de riolen werden vervangen en gesplitst. Toen hadden de straten geen noemenswaardige last van het grondwaterprobleem. Maar wat kunnen de bewoners met deze constatering? Het overkomt ze en hebben er helaas geen invloed op om te zoeken naar oplossingen.
Velsen Lokaal vermoedt dat de geschetste omstandigheden voor een deel te wijten zijn aan het handelen van de gemeente. Vandaar dat Velsen Lokaal vragen stelt aan het college over de problemen en verzoekt om deze op te lossen.
De volgende vragen zijn gesteld aan het college:
Vraag 1:
Kan het college aangeven of men bekend is met de plaatselijk te hoge grondwaterstanden?
Op dit moment bekend: Santpoort-Noord en Velsen-Noord.
Vraag 2:
Kan het college aangeven of de huidige grondwaterstanden hoger zijn dan voorheen in vergelijking met de tijd dat er nog waterwinning was en/ of nadat plaatselijk een gescheiden riool is aangelegd?
Vraag 3:
Is het college bereid om op korte termijn te starten met een onderzoek naar de hoogte en de oorzaak van deze grondwaterstanden?
Vraag 4:
Is het college bereid om -in navolging van de grondwaterproblematiek bij het woonwagencentrum Oude Pontweg- passende maatregelen te nemen voor zowel op korte termijn door drainage pompen als op langere termijn door beter afwatering van het grondwater voor de gebieden in Santpoort-Noord en Velsen-Noord?
Vraag 5:
Kan het college aangeven of men bij toekomstige riool vervangingen eerst de grondwaterstanden gaat monitoren om soortgelijke problemen in de toekomst te vermijden?
Het beeld dat Velsen lokaal zich inzet voor grondwaterproblematiek voor burgers klopt niet. In de voorgezette sessie “aanpak grondwateroverlast Velsen” van 11-09-2025 heeft raadslid Van Kooten van Velsen lokaal gesteld dat de gemeente voldoende inspanning levert en dat de overlast voor burgers een kwestie is van “helaas pindakaas is” [zijn woorden]. Het uitvoeren van een versnelling van de maatregelen bij IJmuiderslag zou -volgens wethouder Dinjens van Velsen lokaal, 2 weken voor zijn vertrek, niet nodig zijn {het is feitelijk geen versnelling, het schandelijk dat na 21 maanden nog steeds geen permanente maatregelen zijn genomen, dus het is meer het inlopen van de vertraging]. Velsen lokaal heeft heel veel vertrouwen in de wethouder en de ambtenaren en ook in het overleg met de provincie. Dit vertrouwen is misplaatst. De gedeputeerde Rosan Kocke van GroenLinks heeft het gepresteerd om slechts eenmaal een dergelijk overleg te voeren en een lijstje met procesoplossingen aan te dragen (dus geen enkele feitelijk maatregel dat grondwaterproblemen oplost) en daarmee het overleg in de koelkast te zetten (een box aanvinken, meer niet). Dat Rosan Kocke niet wil blijkt ook dat ze deze coördinerende taak vanuit een motie (van GS) schoorvoetend (haar woorden) op zich zal nemen. Vanuit de provincie is -met 1 overleg en een lijstje- daarmee de kous af. Hoezo voldoende overleg met andere partijen die over grondwater gaan? Er is geen overleg en geen coördinerende rol. Die zal pro-actief vanuit de gemeente moeten komen. Uit niets blijkt dat Velsen lokaal voldoende politieke wil heeft om de broodnodige pro-actieve rol op zich te nemen en de grondwateroverlast daadwerkelijk -dus niet op papier of in woorden- op te lossen.