Raadsvragen over kinderarmoede in Velsen

Verschillende instanties constateren een stijging van de (kans op) kinderarmoede in ons land. Recente nieuwsberichten, CBS-publicaties en uitspraken van onze nieuw benoemde kinderombudsman Margrite Kalverboer op tv bevestigen dit beeld. Velsen Lokaal vraagt zich of hoe de kinderarmoede in Velsen zich ontwikkelt en of het beleid en de maatregelen voldoende effectief zijn.

Geringe toekomstkansen

Met name de uitspraak van mevrouw Kalverboer over de geringe toekomstkansen voor kinderen die opgroeien in gezinnen met een laag inkomen en het daaruit voortvloeiende gevolg dat ook hun kinderen waarschijnlijk weer opgroeien in armoede, is voor raadslid Peter stam van Velsen Lokaal aanleiding geweest tot het stellen van raadsvragen over dit onderwerp.
Stam verklaart: ‘Ik wil ervan overtuigd worden dat er in Velsen alles aan gedaan wordt om het door mevrouw Kalverboer geschetste beeld te voorkomen. Tot 2013 zie ik aan de hand van CBS-cijfers ook in Velsen een stijging. In 2013 groeiden ruim 1400 minderjarige kinderen op in huishoudens met een laag inkomen. Cijfers van 2014 en 2015 ontbreken nog. Die wil ik graag weten.
Stam geeft verder aan dat Velsen Lokaal afhankelijk van de antwoorden en de resultaten van het armoedebeleid initiatief zal nemen voor de aanpassing en/of verandering van het bestaande beleid, ‘om daarmee voor iedereen de kans op een goede toekomst te vergroten’.


De raadsvragen over kinderarmoede in Velsen

CBS-cijfers bevestigen de toename van kinderarmoede.

Kinderarmoede in Velsen

Dit zijn de cijfers voor Velsen t/m 2013. Het gaat om het aantal en percentage kinderen dat opgroeit in huishoudens met een laag inkomen.

 

Vraag 1
Heeft het college m.b.t. de (stijgende) kinderarmoede goed zicht op de situatie in Velsen?


Vraag 2
De CBS-cijfers in figuur 1 gaan slechts tot 2013. Kan het college aangeven wat de Velsense cijfers zijn in 2014 en 2015?


Vraag 3
Op welke wijze heeft het college het beschikbare budget in de afgelopen jaren besteed om kinderarmoede tegen te gaan en welke concrete resultaten zijn de afgelopen jaren behaald? In hoeverre wordt het kinderarmoedebeleid geëvalueerd? Kan het college een prognose geven voor de komende jaren?


Vraag 4
Is de beschikbaarheid van ondersteunende middelen voor kinderen in huishoudens met een laag inkomen genoegzaam bekend bij diegenen die daar recht op hebben? Kan het college in zijn antwoord aangeven hoe de regels en beschikbare hulpmiddelen bij de doelgroep bekend zijn en worden gemaakt?


Vraag 5
Waarom zijn cijfers conform de rekenmethode van het CBS m.b.t. kinderarmoede niet te volgen op “Velsen in cijfers”? Kan het college er zorg voor dragen dat deze informatie aan dit informatiekanaal wordt toegevoegd?

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *