Sessie Armoedevisie 10 juni 2020

Woensdag 10 juni werden de concept armoedevisie, de uitvoering daarvan, en de financiële consequenties in een sessie besproken. 

De urgentie van de armoedevisie 

Ruim 5.000 inwoners, waaronder zo’n 1.200 kinderen in Velsen leven in 2019 in armoede en zij doen een groot beroep op voorzieningen zoals jeugdhulp en WMO voorzieningen. 67% van die minimahuishoudens leeft zelfs langdurig (langer dan 3 jaar) in armoede. Veel wijken hebben een aanzienlijk hoger armoedecijfer dan het landelijke gemiddelde. Hierin zijn de werkende armen niet eens meegenomen. Schokkende cijfers, die door de Corona crisis alleen maar zullen stijgen…

Er is nu eigenlijk geen financiële ruimte voor nieuw beleid zonder keuzes op andere beleidsterreinen. In september zullen we verder praten over de consequenties hiervan.

Aanpak

De huidige aanpak van de afgelopen jaren levert onvoldoende duurzaam resultaat op en blijkt pure symptoombestrijding te zijn. Nieuwe inzichten over effecten van armoede (geldgebrek) op het gedrag van mensen zijn gelukkig de basis geweest voor deze nieuwe visie op armoede. Een gekantelde aanpak, mensgericht, realistisch en haalbaar voor het individu. Met oog voor de mens en zijn/haar mate van zelfredzaamheid en eventuele beperkingen. Schaarste is van invloed op het gedrag van mensen, iets weten is nog niet datgene doen. Hoeveel stress ervaart de iemand en hoe verminder je die? Middels de inzet van onder andere mobility mentoring, stress sensitieve dienstverlening, vroegsignalering, preventie, extra inzet op inkomensondersteunende kindregelingen, deze toegankelijker en laagdrempeliger te maken en tot slot middels nazorg, wil deze visie wel een duurzaam resultaat gaan behalen in de toekomst. 

Onderwerpen van discussie 

Het college vroeg ons in te kunnen stemmen met de missie, visie en de gestelde beleidsdoelen van de visie. Scenario’s met verschillende financiële gevolgen werden aan ons voorgelegd en de vraag aan ons was richting te geven aan de verdere uitwerking van het uitvoeringsprogramma. Tot slot werd gevraagd de huidige context (o.a. coronacrisis) hierbij te betrekken en advies te geven over de prioritering.

Wat vindt Velsen Lokaal hiervan?

Als schuldhulpverlener kan ik niet anders dan de grote lijnen van de visie toejuichen! Velsen Lokaal is positief over de inzet van energiecoaches, het bestrijden van bronheffing, het betrekken van scholen bij de armoedebestrijding en de pilots rond kinderarmoede met de hogeschool van Amsterdam, Utrecht en basisschool de Zefier. 

Wel hebben we een aantal kritische vragen gesteld. 

In de stukken staat dat de kinderombudsman aangeeft dat inkomensondersteunende maatregelen geen duurzame oplossing zijn. De inzet zou meer gericht moeten zijn op het creëren van een stabielere, veiligere thuissituatie. In de visie worden echter alleen inkomensondersteunende maatregelen voorgesteld. 

Velsen Lokaal heeft daarnaast zo haar bedenkingen over de noodzaak om extern een armoederegisseur als verbinder, aanjager van de uitvoering aan te trekken. En met ons meerdere partijen. De kosten hiervoor zijn geraamd op 2x 73.000 euro voor de komende 2 jaar!

Minimaregelingen optuigen voor huisdieren van minima vinden wij heel vergezocht en niet wenselijk. Aan de wethouder is gevraagd hier meer duiding aan te geven.

Schuldhulpverlening

De schuldhulpverlening in Velsen is inmiddels zeer onoverzichtelijk geworden door de veelheid aan participanten. We werken met Socius, Plangroep, bewindvoerders, wijkteams, schuldhulpmaatjes, Taalhuis, het financieel café, wijkaanpak en vast nog enkele organisaties. Je ziet door de bomen het bos niet meer…

Wij stellen voor te bezien in hoeverre het mogelijk is om in de toekomst alles vanuit de gemeente zelf te organiseren. Hier valt dan ook meteen veel te bezuinigen. In 2019 betaalden we ruim 806.000 euro aan bijzondere bijstand aan bewindvoerderskosten en bijna 40.000 euro aan kosten voor budgetbeheer. Van dit bedrag zouden we als gemeente ook 11 mensen zelf in dienst kunnen nemen om dit vanuit 1 punt aan te bieden. Overzichtelijker, beter beheersbaar en beter te monitoren. 

Het verstrekken van budgetten aan de wijkteams die vervolgens zelf mogen besluiten over een extraatje aan minima van maximaal 250 euro voor bijvoorbeeld de aanschaf van een jas, schoenen of schoolbenodigdheden, vinden wij ingewikkeld. Hoe kunnen medewerkers van die wijkteams vaststellen of er daadwerkelijk geen voorliggende voorzieningen zijn? Wij pleiten toch voor terugkoppeling naar een ambtenaar.

De meerwaarde van de inzet van het Mesis instrument betwijfelen wij ook. De resultaten ervan wegen niet op tegen de kosten. 

De bijverdienpremie 

En dan last but not least bracht Velsen Lokaal het experiment van de bijverdienpremie uit Amsterdam onder de aandacht van de wethouder. Sinds 2018 experimenteert Amsterdam met de mogelijkheid om bij te verdienen in de bijstand. Ruim 5.000 mensen doen hieraan mee. Zij ontvangen een premie als zij naast de bijstand aan het werk gaan en deze premie bedraagt 50% van het inkomen dat de deelnemers bijverdienen, tot maximaal € 200,- per maand. Deelnemers blijken ruim 2 keer vaker werk te vinden dan mensen die geen bijverdienpremie ontvangen. Zij hoeven hierdoor geen beroep meer te doen op de bijstand. 

Het Amsterdamse experiment loopt nog tot 1 maart 2021, maar lijkt nu dus al een succes. Vooral mensen ouder dan 50 jaar die langer dan 2 jaar een uitkering ontvangen, stromen uit en 27% van de deelnemers is inmiddels gestart met parttime werk. Doordat meer mensen aan het werk gaan, lopen de kosten aan bijstandsuitkeringen flink terug. Hiermee worden de kosten voor de bijverdienpremie ruimschoots gecompenseerd.

Aan het echte debat onderling om een tussenvorm van de scenario’s te bedenken, kwamen we helaas niet meer toe. Deze wens leefde bij meerdere fracties. We zijn dan ook erg benieuwd naar de uitwerking van onze input die we in september zullen ontvangen.  

Wordt vervolgd….